Brakel – Nice – Brakel: Crimineel Eng-Thousiast (jun '16)

De tocht naar het zuiden van Frankrijk om een EK-match mee te pikken was uiteindelijk veel meer dan een voetbaluitstap: Een heerlijk vakantiegevoel, bevestigde clichés en een criminele behandeling. 

Het duel Zweden-België uit de groepsfase van Euro 2016 was de insteek voor een roadtrip naar de Côte d'Azur. Via Luxemburg en de Route National naar Fréjus, een badplaats op zo’n zestig kilometer van speelstad Nice. Estimated time of arrival: de late namiddag. Halverwege de tolvrije – wegens budgettair interessanter – heenreis toonden de verkeersborden meer 30 en 50 dan 110. Stapvoets richting Nice, daar bedankten we voor. Peage betalen om vier uur vroeger in te checken gold niet langer als een no-go. De eerste avond in Fréjus bestond uit een check-in, een monotone pizza tijdens de zoutloze Duitsland-N.-Ierland en Kroatië-Spanje vanuit het hotelbed. Kwart voor affluiten ging het licht uit. 


Een degelijk ontbijt op het charmante terras van Le Catalogne startte Matchday. Het kwik steeg om negen uur ’s ochtends al richting 25 graden. Bij het ontberen van schaduw hielden de pakjes boter het voor bekeken. Genietend van een uitzicht vol palmbomen en verscheidene tinten blauw aan de hemel concludeerden we: meer dan een voetbaluitstap is dit een minivakantie in het zuiden van Frankrijk. Time to kill voor de aftrap, dus waarom geen stukje Saint-Tropez meepikken? De file besliste er anders over. Sainte-Maxime, eveneens aan de French Riviera, bleek een meer dan aanvaardbaar plan-B. Wandelend tussen de jachten en loungebootjes ontdekten we ook een basismodel, net een stap verder dan een opblaasbootje. Genoeg wegdromen van cruiseschepen, tijd voor voetbal.

Go Home To Your Sexy Wives 

Nice bleek de standplaats van de Zweden te zijn. Het rode legioen met Duivelsgekte werd overmand door een gigantisch leger aan gele troepen met typische blonde babes en boomlange mannen. Het cliché bevestigd. Zes uur voor de aftrap toonden de dappersten aller Galliërs en de Scandinaven waarom voetbal een feest is. In en rond de fanzone genoten we zij aan zij van de sfeer en de zuiderse temperaturen, zonder incidenten. Shuttlebussen gevuld met geel en rood dansten tot aan de Allianz Riviera, waar het tijd was voor bittere ernst. De Rode Duivels lieten hun zinderend aanvalsspel in Bordeaux en joegen de zenuwen van hun fans tot het maximum. Radja forceerde de overwinning en de Belgen gingen aan het zingen. Met Bye Bye Ibrahimovic en Go Home To Your Sexy Wives stuurden we onze tegenstanders terug naar Stockholm. 



The Day After begon nog heter dan de dag ervoor. In minder dan een minuut moest het boter zijn weg vinden naar de broodjes, anders was er geen beginnen aan. Een uurtje aan het zwembad liggen, uitchecken en de auto richting België draaien. Meteen een voorsprong nemen met tolwegen en daarna cruisen over de Route National. En neem dat laatste maar letterlijk. In Troyes verlieten we de autosnelwegen. Vroeg in de avond, bij een nog steeds brandende zon, omarmde een prachtig uitzicht onze koets. Graanvelden, bossen en een heldere hemel, meer kregen we niet te zien. Hier en daar doorkruisten we een dorpje, hoogstens tien huizen en een restaurant rijk. Bij Verdun ging dan weer een lichtje branden. Dat Verdrag dat in de negende eeuw het Karolingische Rijk verdeelde, weet u nog? Er volgden nog honderd kilometer rechtdoor, met een wat flauwe bochtjes hier en daar. De nacht naderde met verlaten dorpen. Het uitzonderlijke landschap maakte plaats voor spooksteden waar met een hoge graad van waarschijnlijkheid al meerdere horrorfilms werden opgenomen.

 

Botsing met douane 

Rond middernacht bereikten we opnieuw de beschaving, al werd dat mogelijk nog ellendiger. Een achtkoppig team van douaniers omringde onze voiture en onder niet-zo-lichte dwang verlieten we de auto met de norse opmerking: “Vous n’avez pas des chaussures?”. Inderdaad, na meer dan tien uur onderweg durf ik al eens blootvoets op de passagiersstoel te zitten. Vanop een afstand van twee à drie meter hielden vier agenten ons in het vizier terwijl de andere collega’s onze auto binnenstebuiten keerden. Onze logische antwoorden op de vragen “Vous venez d’ou?”, “Que faites-vous ici?” en “vos professions?” leken wel klassieke criminele uitvluchten. De douaniers vonden in de bedrijfswagen van mijn reisgezel’s moeder bovendien een schaar en een klein mes, wapens dus. Belgen die zonder schoenen, mét voetbaltruitjes en -sjaals én uitgerust met een gevaarlijk arsenaal door onze lege Franse wegen scheuren, zonder meer verdacht. Uiteindelijk mompelde een zichtbaar ontgoochelde jonge agent nog “C’est bon pour moi” en mochten wij onze tocht vervolledigen. Wellicht hangen onze boeventronies nu overal aan de grens. In België ontdekten we dan weer de ravage die de (on)weergoden hadden aangericht. Kilometerlange file wegens omvergewaaide bomen, een wegdek gevuld met bladeren en felle bliksemschichten aan de horizon.  

Als er niemand over deze roadtrip een film maakt met als titel Crimineel Eng-Thousiast, dan weten wij het ook niet meer. 

Reacties