Eerste Schooldag


Op 15 mei openden verschillende scholen hun poorten, maar zelf beleefde ik pas vier dagen later een soort van een eerste schooldag. Een week eerder kreeg ik de melding dat ik vanaf de negentiende opnieuw op kantoor werd verwacht. Liefst 67 dagen na die ondertussen historische vrijdag de dertiende zou ik weer door de bedrijfsgangen van Locinox lopen. Geen dertig collega’s wegens de keuze voor een afwisselend regime tussen tele- en bureauwerk, maar naar die tiental vertrouwde gezichten keek ik toch uit.

Zoals het een eerste schooldag betaamt is voorbereiding belangrijk. Ik profiteerde van fase 2 van de exitstrategie en ging maandag bij de kapper langs om mijn coronacoupe in te ruilen voor een frissere snit. Vervolgens deed ik boodschappen voor wat fruit, de lunch - clichématig bo'kes met préparé - en ongezond sneukelgoed en ‘s avonds duwde ik alle bureaumateriaal in de auto. Dinsdag begon pijnlijk met een wekker om halfzeven, een voor mij ongoddelijk uur dat ik in meer dan twee maanden niet meer had gezien. Deze keer geen slippers van Adidas aan mijn voeten, geen trainingsbroek rond mijn benen en geen pet achterwaarts op mijn hoofd. Eindelijk nog eens een reden om de haren netjes te leggen en een broek te dragen die al meer dan negen weken werkloos was. Na een kommetje ontbijtgranen mocht ik me opmaken voor een halfuurtje woon-werkverkeer. De eerste kilometers herinneren je eraan hoe graag je met de auto rijdt, tot tractors en vrachtwagens opnieuw hinderende obstakels worden die je tot wat gevloek achter je stuur dwingen. Met een lach op mijn gezicht weliswaar, want zelfs dát had ik gemist. 

Gepimpte klinken

De laatste hectometers tot aankomst steeg de spanning en begon het uitkijken naar die terugkeer naar een deel van je oude leven. Het zijn immers dezelfde collega's, dezelfde muren en dezelfde doelen, alleen werkt de ene helft van het personeel van thuis uit en is jouw stekje enkele meters verhuisd. Plexiglas verdeelt de plaatsjes, klinken werden gepimpt met een elleboogvriendelijke uitrusting (zie foto onder) en overal vind je mondmaskers en handreiniging. Geen hartelijke kussen of stevige handdrukken, we houden het op babbeltje vanop een meter afstand. Gelukkig zijn er nog zekerheden. De lieve Evinia zegt nog steeds Sweetiepie als ze iets nodig heeft en Schat als ze het krijgt en Steven gebruikt nog altijd ostentatief - maar al lachend - de middenvinger om zijn bril goed te zetten. Ook die échte meeslepende werksfeer, met licht voelbare stress, rinkelende telefoons en naarstig werkende collega's was déjà vu. 

Blij dat ik na twee maanden met een korte werkweek van twee dagen mocht beginnen, want het was wennen aan de verhoogde eis aan concentratievermogen. Geen katjes die om aandacht of eten vragen, geen korte pauze's om de deur te openen voor de postbode of om een liedje wat luider te zetten. Werken op kantoor ligt me beter dan thuis, maar na twee blokken van vier uur focus kwam het einde van de werkdag als geroepen. Het daaropvolgende halfuurtje in de wagen naar huis was genieten. Niks haasten, want 's avonds geen verplichtingen meer. Voldoening van een dagje werken, cruisen onder een brandende zon met het armpje uit het raam en de muziek zo luid dat de achteruitkijkspiegels trillen. Thuis nog een hapje eten, uitblazen, de laatste afleveringen van The Last Dance op Netflix bekijken en bedje binnen. Na zo'n eerste schooldag slaapt toch iedereen goed?


Reacties

Een reactie posten