Wie is Bart?



In de chronologie van de naamgeving krijgen moeder en vader de eerste keuze om hun nageslacht te noemen. Die beslissing neemt het ouderlijk paar zonder enige informatie over welke eigenschappen de boorling zal hebben. Die naam dragen we - normaal gezien - de rest van ons leven mee, maar is niet altijd representatief. Gelukkig dachten de Romeinen daar eeuwen geleden ook al aan, toen ze de bijnaam in het leven riepen.
 
Het uitvinden van een bijnaam is een gewoonte waar we eigenlijk al zeer vroeg mee beginnen. Hoe haalden we anders die vier Kevins in de kleuterklas uit elkaar? Karaktereigenschappen, voorkeuren of toevallige gebeurtenissen bepalen de roepnaam die de drager ervan vaak beter omschrijven dan de eigennaam dat doet. De Kevins in mijn leven noem ik Kleine, Loetie, Pascal, Kev of Kivain en de trainer en aanvoerder van het sportploegje gaan als Coach en Cap door het leven. Soms is de logica ver weg, want om de een of andere reden krijgt Gunther de naam Remi mee en reageert Nils op Apu. Als je me ooit tante of nonkel hoort zeggen, dan is er een vijftig procent kans dat het niet om familie gaat. Hoe krachtig het fenomeen van de nicknames kan zijn besefte ik aan tafel met een groepje vrienden. De vrouwelijke helft van een bevriend koppel praatte over een recente activiteit en had het plots over Bart. "Wie is Bart?" was mijn toen oprechte - en achteraf bekeken belachelijke - vraag. Ik noemde de brave man al zo lang Backi dat ik zijn echte voornaam eigenlijk al was vergeten.
 
Hypocorosticon & nafnfestr
 
Het toekennen van een bijnaam wijst traditioneel op een band tussen gever en eigenaar. Dat verklaart de mentale glimlach wanneer een roepnaam over je lippen rolt. Bart, vergeef het me, maar ik zal je hierna nooit nog Bart noemen. Ik ben namelijk het type dat voor iedereen een bijnaam heeft of uitvindt. In het uitzonderlijke geval dat er geen bestaat, zal ik uit koppigheid je (voor)naam gewoon anders uitspreken of vertalen, niet waar Esteban? Natuurlijk zijn er grenzen. Aan de toog heeft mijn collega er geen enkel probleem mee dat ik haar Tante Promille noem. Tijdens een formele businessmeeting viel die uiting van genegenheid precies in minder goeden aarde. There's a time and a place. In navolging van de Romeinen pikten uiteraard andere volkeren op de naamgeving in. In de eerste helft van de vorige eeuw hadden de Grieken het over hypocorosticon (= vleinaam), dat wees op de manier waarmee kinderen troetelend worden aangesproken. De Vikingen gingen zelfs een stapje verder en maken er met nafnfestr - letterlijk "het bevestigen van de naam" - zelfs een heuse formele ceremonie met cadeautjes van. Dat was een kostelijke affaire geworden als ik in Noorwegen was geboren. 
 
Soms leiden bijnamen een eigen leven en groeien ze zelfs tot merknamen uit. Die ene Kevin werd Loetie Photography en van Berry Boubacar kwam intussen de online kledinglijn BBCR Clothing. Check it out. Wetende dat aangesproken worden met mijn bijnaam me vrolijk maakt, vraag ik me het volgende af. Hoe had de wereld er vandaag uit gezien als er ooit iemand Dolfke, Musso of Sepke had gezegd tegen die meedogenloze leiders?

Reacties

Een reactie posten